Autisme Assistentiehond

Wat is autisme?

Autisme kan op veel verschillende manieren tot uiting komen

Ruim 1% van de Nederlanders, ongeveer 200.000 mensen, heeft autisme. Het aantal mensen dat te maken heeft met autisme – zoals ouders, broers, zussen, partners, leraren en zorgverleners – is vele malen groter.
Volgens psychiater en hoogleraar autisme Wouter Staal is autisme de ‘verzamelnaam voor gedragskenmerken die duiden op een kwetsbaarheid op de volgende gebieden: sociale interactie, communicatie, flexibiliteit in denken en handelen en het filteren en integreren van informatie.’
De meeste mensen met autisme hebben een normale tot hoge intelligentie. Naar schatting 30 % heeft een verstandelijke beperking.

Gedragskenmerken

Wetenschappers wereldwijd doen al jaren intensief onderzoek naar autisme. Desondanks is nog altijd onbekend wat autisme nou precies is. Ook bestaat er geen ‘biomarker’ – zoals een bloed- of  DNA-test – waarmee autisme objectief kan worden vastgesteld. De diagnose wordt dan ook nog altijd gesteld op basis van gedragskenmerken.
Toch is er ook al veel wél bekend. Bijvoorbeeld over de problemen waar mensen met autisme tegenaan kunnen lopen, maar ook over hun sterke eigenschappen. Vooral op sociaal gebied ondervinden veel mensen met autisme regelmatig problemen. Hun ‘sociale intuïtie’ lijkt minder goed – of anders – te zijn ontwikkeld.

Informatieverwerking

Ook verwerken mensen met autisme informatie op een andere manier in de hersenen dan mensen zonder autisme. Dit geldt nadrukkelijk óók voor informatie die binnenkomt via de zintuigen. Veel mensen met autisme hebben te maken met sensorische over- of onder-gevoeligheid.
Autisme heeft invloed op alle levensterreinen, in alle levensfasen. De mate waarin is sterk individueel bepaald en hangt vaak ook af van iemands levensfase. Met name tijdens overgangsperioden hebben mensen met autisme een relatief grote kans om vast te lopen als zij niet tijdig de juiste begeleiding krijgen. Voorbeelden zijn de overgang van basis- naar voortgezet onderwijs, van onderwijs naar stage/ werk of van thuis bij de ouder(s)/verzorger(s) wonen naar zelfstandig wonen.

Neurodiversiteit

Sterke punten die vaak in verband worden gebracht met autisme zijn onder andere: oog voor detail, analytisch denken, eerlijkheid, loyaliteit en technisch inzicht. Steeds vaker wordt dan ook de vraag gesteld of autisme per definitie altijd een ‘stoornis’ of ‘beperking’ is. Volgens de zogeheten neurodiversiteitsbeweging gaat het in essentie om een andere manier van zijn. Deze beweging heeft er grote problemen mee dat sommige ouders of organisaties (zoals bijvoorbeeld Autism Speaks) mensen met autisme willen ‘genezen’. In verband hiermee schreef de Amerikaanse autisme-activist Jim Sinclair het beroemde essay Rouw niet om ons.

 

Comorbiditeit bij Autisme

Comorbiditeit betekent dat er nog een bijkomende diagnose is.
Comorbiditeit komt veel voor bij Autisme.

 

1. Autisme en AD(H)D

Oorzaken van het gedrag kunnen totaal verschillend zijn

ADHD staat voor Attention-Deficit Hyperactivity Disorder, ofwel een aandachtsstoornis die gepaard gaat met hyperactiviteit. Bij de variant Attention Deficit Disorder (ADD) is er geen sprake van hyperactief of impulsief gedrag, maar wel van een gebrek aan aandacht of juist een teveel aan aandacht op één onderwerp.

Autisme en ADHD komen vaak gezamenlijk voor, hoe vaak precies is nog onbekend. Wat betreft gedrag kennen de twee diagnoses opvallend veel overlap. Dit maakt het stellen van de juiste diagnose vaak lastig.
De oorzaken van het gedrag kunnen totaal verschillend zijn. Onoplettendheid of onrust kunnen bij mensen met autisme bijvoorbeeld ook ontstaan door overprikkeling, gebrek aan structuur of extreme gerichtheid op één onderwerp.
AD(H)D wordt meestal gediagnosticeerd in de kindertijd of tijdens de adolescentie, de symptomen kunnen aanhouden tot in de volwassenheid.

Dit zijn de meest voorkomende symptomen: hyperactiviteit; impulsiviteit; korte spanningsboog/ moeite met concentreren; niet of nauwelijks stil kunnen zitten; constant friemelen; moeite met het organiseren van taken; vermijden van taken die veel geestelijke inspanning vergen; dingen kwijtraken/vergeten; snel afgeleid zijn; rusteloosheid; overdreven veel, druk en/of luid praten; niet luisteren; instructies niet opvolgen; anderen in de rede vallen; niet op je beurt kunnen wachten; het verstoren van activiteiten van anderen
Al deze symptomen kunnen van grote invloed zijn op het dagelijks leven. Ook kunnen ze tot problemen leiden op school of op het werk.

2. Autisme en angst & dwang

Angststoornissen komen vaak voor bij mensen met autisme, ook onder kinderen met autisme. Er bestaan meerdere soorten angststoornissen zoals bijvoorbeeld: de obsessief-compulsieve stoornis (OCD) oftewel een dwangstoornis en de sociale angststoornis.

Een angststoornis heeft grote gevolgen voor iemands dagelijkse functioneren, bijvoorbeeld op school of op het werk. De kwaliteit van leven wordt ernstig aangetast.

Symptomen van angst zijn onder meer: schrikachtig gedrag; hartritmestoornissen; kortademigheid; geagiteerd en bedroefd zijn; wankel en slap gevoel; zich zweterig, misselijk en ziek voelen; slapeloosheid, nachtmerries.

Triggers voor angst bij mensen met autisme kunnen bijvoorbeeld zijn: onzekerheid en verandering; overgangsperioden; sociale verwachtingen; bepaalde geuren of geluiden; bepaalde sociale situaties; hoge verwachtingen, druk en eisen; specifieke situaties, bijvoorbeeld grote menigten, blaffende honden of het zien van injectienaalden.

 

 

 

3. Autisme en Burn-out

Hulpverleners geven uit eigen ervaring aan dat ook burn-out vaak voorkomt bij mensen met autisme. Dit blijkt ook het cijfers van het Nederlands Autisme Register (NAR). Sinds 2017 staat burn-out, samen met chronische vermoeidheid, op plek vijf in de top vijf van meest voorkomende bijkomende ‘diagnoses’. De meest voorkomende bijkomende diagnose bij mensen met autisme is nog steeds de stemmingsstoornis, waar onder andere de depressieve stoornis onder valt.

4. Autisme en depressie

Naar schatting de helft van de mensen met autisme krijgt ooit te maken met een depressie. In de algemene bevolking is dat bijna 20 %. Mogelijk heeft dit te maken met het grote aantal negatieve levenservaringen van veel mensen met autisme. Zo worden veel kinderen met autisme bijvoorbeeld gepest op school. En meer dan de helft van de volwassenen met autisme lukt het niet om een baan te krijgen, ook niet als zij een goede opleiding hebben afgerond.

De diagnose depressie is bij mensen met autisme vaak lastig te stellen – niet zelden wordt zij dan ook pas in een laat stadium ontdekt. Dit komt onder meer doordat de symptomen van autisme en een depressie elkaar deels kunnen overlappen. Bijvoorbeeld gebrek aan initiatief en sociaal teruggetrokken gedrag. Bovendien vinden veel mensen met autisme het moeilijk om woorden te geven aan hun gevoelens waardoor de depressie minder snel wordt ontdekt.

Gedragsverandering
Gedragsverandering kan bij mensen met autisme op een depressie wijzen. Bijvoorbeeld als  iemand zichzelf nóg meer terugtrekt dan normaal, (nog meer) slaapproblemen ontwikkelt, interesse verliest in een voorheen geliefd onderwerp of zichzelf plotseling beschadigt.
Ook kan een depressie iemands neiging tot rituelen of stereotype bewegingen versterken. In extreme gevallen kan een depressie bij iemand met autisme leiden tot een forse terugval in ontwikkeling. Hierbij kunnen eerder verworven vaardigheden plotseling verdwijnen.
Depressies komen relatief vaak voor bij mensen met autisme en een bovengemiddeld hoge intelligentie. Bij de algemene bevolking komen depressies juist vaker voor bij mensen met een lage intelligentie. Mogelijk zijn mensen met autisme en een hoog IQ zich meer bewust van hun anders zijn en leidt dit bij een aantal van hen tot sombere gevoelens.

Suïcidaliteit
Mensen met autisme die een depressie doormaken hebben mogelijk een nog grotere kans op het ontwikkelen van suïcidale gedachten dan andere mensen die depressief zijn. Alleen al om deze reden is het belangrijk om alert te zijn op depressies in deze doelgroep.


5. Autismespectrumstoornis en een eetstoornis

Een hekel hebben aan bepaalde structuren van voedsel, altijd hetzelfde willen eten, continu bezig zijn met calorieën of gestresst worden van eetgeluiden…   dit kan horen bij een autismespectrumstoornis (ASS) én een eetstoornis. Hoe werken deze twee stoornissen samen? En hoe ga je er slim mee om? 

Mensen met autismespectrumstoornis zijn geboren met een afwijking in het deel van de hersenen dat informatie verwerkt. Dat betekent dat je hersenen prikkels anders verwerken. Geluid, smaak, zien, ruiken en voelen neem je anders waar.

Anorexia Nervosa.

Ongeveer een op de vier vrouwen met anorexia heeft ASS. Bij mannen ligt dit cijfer fors lager. Iedereen met ASS is anders. Een eetstoornis kan zich daardoor om heel verschillende redenen ontwikkelen: 

Als je overgevoelig bent voor prikkels
Met ASS kun je overgevoelig zijn voor prikkels. Smaak, geur of geluid komen extra hard binnen. Door een vervelende structuur, nare geur of specifieke smaak kun je voedsel gaan vermijden. Ook eetgeluiden of een vervelende ervaring met eten kunnen dat effect hebben.
Als je lichaam verandert
Als puber en jongvolwassene verandert je lichaam. Als je ASS hebt, kan dit lastig zijn. ‘Het klopt niet,’ denk je misschien. ‘Ik heb hier geen controle over.’ Of: ‘waarom gebeurt dit?’ Door niet te eten of ervoor te compenseren, probeer je controle te krijgen op je lichaam – en rust in je hoofd.
Als je niet in de gaten hebt dat je honger hebt
Iemand met ASS voelt honger en verzadiging niet goed aan. Vooral als je heel druk met iets bezig bent, kun je eten helemaal vergeten. Dit kan zorgen voor ondergewicht, maar hoeft niet te betekenen dat iemand anorexia ontwikkelt.
Als je op jezelf gaat wonen
Als je ASS hebt, kan het lastig zijn om op jezelf te gaan wonen. Zelf een goed eetpatroon opbouwen en volhouden lukt niet altijd. Daar is vaak hulp bij nodig.
Als je controle zoekt
Controle hebben over een situatie of je het leven is een uitdaging. Eten kun je dan als controlemiddel gebruiken. Daar horen vaste rituelen, eetpatronen, producten en eettijden bij. Als dan iemand spontaan langs komt of uit eten wil, kun je in paniek raken. En als hij of zij zich ook nog bemoeit met wat je eet, kan spanning oplopen. Dat stimuleert de eetstoornis alleen maar.

Eetbui stoornis

De combinatie van een eetbuistoornis en ASS komt vaak voor. Met ASS heb je niet goed in de gaten wanneer je honger hebt, maar ook niet wanneer je vol zit. Je kan blijven eten. Door stress of onrust kunnen eetbuien ontstaan. Eten of drinken geeft even rust in een leven vol prikkels. Je kunt dwangmatige structuren en rituelen ontwikkelen en hier in blijven hangen. 

Bron: https://www.autisme.nl/over-autisme/wat-is-autisme/

De Hond

Uit het bovenstaande komt naar voren dat het hebben van Autisme geen gemakkelijke opgave is.
Zeker in een snel veranderende maatschappij die vol zit met sociale media.

Dan kan een hond en veilige haven zijn, een maatje, een onvoorwaardelijke vriend.
Een hond oordeelt en veroordeeld niet.
Een hond kun je vertrouwen, die verteld niets door.
Een hond is blij wanneer jij er bent, de hond is eerlijk en oprecht.
Een hond staat in het hier en nu.

Niet iedereen met ASS heeft een assistentiehond nodig.
Net zoals niet iedereen met een visuele beperking een blindengeleidehond nodig heeft.
Dat verschilt per mens en waar deze in “vast” loopt.

Niet iedereen die wél graag een assistentiehond wil kan in aanmerking komen, dat heeft te maken met de zorgplicht voor je assistentiehond, het dierwelzijn moet gewaarborgd zijn.
De assistentiehond heeft recht op een goed en hond waardig leven, de geleider (degene die de hond nodig heeft) moet wel in staat zijn om de hond goed te kunnen verzorgen en begrijpen hoe een hond leert. Dat is de reden dat iemand met ASS wel een normaal (of hoog) I.Q. moet hebben.

Wat zijn de inzet mogelijkheden van een Autisme Assistentiehond?

 

1. Stress reductie.

 

Vaak gaan overprikkeling en oververmoeidheid gepaard met stress en stresssignalen.
Een hond kan stress ruiken en een hond kan stresssignalen leren herkennen.
Je kan een hond hierop trainen.
De hond wordt dan geleerd om zijn baas te waarschuwen dat het (bijna) mis gaat.
Wanneer de hond waarschuwt weet de geleider dat hij het rustiger aan moet doen.
Misschien even naar buiten gaan met de hond, even een frisse neus halen.
Even te knuffelen met de hond en te gronden (uit je hoofd weer op aarde belanden).
Niet die drukke winkel binnenlopen, de hond gaat reageren op de stress, de geleider leert dit te herkennen en hier zijn/haar gedrag op aan te passen.

 

 

2. Meltdown of Shutdown voorkomen.

 

Bij een meltdown barst de bom (explodeert), alles komt er in één keer uit. Dat kan door schreeuwen, huilen, slaan, op de grond liggen, met dingen gooien, rondjes draaien, stampen etc.
Bij een shutdown implodeert de bom, iemand keert zich volledig naar binnen. Vaak kan diegene niets meer zeggen en woorden van anderen gaan langs hem/haar heen. Iemand bevriest als het ware. Beide zijn heel vervelend voor iemand met ASS, ook de angst om het te krijgen is heel vervelend.
Bij zowel een meltdown als een shutdown gaat overprikkeld zijn er aan vooraf. Al ver van te voren bouwt er zich spanning op. Als dat niet tijdig onderkent wordt dan volgt er vanzelf een uitbarsting.

Met de inzet van een hond wordt er zoveel mogelijk geprobeerd om een meltdown of shutdown te voorkomen door met name stress reductie. Toch kan het gebeuren dat een bepaalde trigger alsnog een meltdown of shutdown veroorzaakt.
Een hond mag je niet blootstellen aan een Meltdown, deze kan dan uiteindelijk angstig worden voor de geleider. Bij een shutdown kan een hond er voor zorgen dat de geleider weer sneller aanspreekbaar is. De hond maakt contact met zijn lijf, deep pressure kan ook aangeleerd worden.

 

 

3. Samen de wereld wél aankunnen.

 

Het klinkt nogal simpel, de impact hiervan is echter wel heel groot.
In het dagelijkse leven zoals openbaar vervoer, op straat, in winkels, op school, op het werk, bij vrienden of familie op bezoek veel prikkels en verwachtingen van sociale interacties.
Dit geeft domweg veel stress en/of angsten.
Een hond is hier een enorme uitkomst, wat doet deze dan?
In de eerste plaats kun je samen met de hond in je eigen bubbel gaan.
Hier zijn speciale oefeningen voor.
De focus ligt dan op de hond en níet op de omgeving waarin je bent.
Het bijzondere hieraan is dat heel veel situaties dan wél lukken.
De hond geeft ook het gevoel van vertrouwen, onder andere door zijn nabijheid (veiligheid), maar ook dat de hond kan waarschuwen wanneer de stress te hoog wordt (waken over).
De hond is ook een (bliksem) afleider, in sociale contacten hoef je dan niet over jezelf te praten maar praat je over de hond, daar kan iemand met ASS honderduit over praten.
In de praktijk betekent dit dat iemand wél naar school kan, wél aan het werk kan, de zelfstandigheid van de mens met ASS wordt enorm vergroot. Een winst voor de mens zelf, maar ook voor de maatschappij.

4. Kalmerend effect en concentratie verhogend.

 

Inmiddels is het wetenschappelijk bewezen dat het aaien stress reduceert en dat de bloedruk omlaag gaat. Ook bij druk gedrag (AD(H)D) werkt zelfs de aanwezigheid van een hond al geruststellend en rustgevend. Het trainen met een hond werkt concentratie verhogend, een hond houdt je letterlijk beter bij de les!

 

 

5. Structuur en ritme houden.

 

Een hond vraagt verzorging, moet geregeld uit en heeft ook zijn behoeftes aan ontladen en ont prikkelen. De behoeften van een hond om regelmatig te gaan wandelen, op vaste tijdstippen te eten geeft richting en structuur aan de geleider. De voorwaarde hierin wel is dat de geleider ook zich daadwerkelijk verantwoordelijk voelt en zich daarna gedraagt.

 

6. Op tijd komen, uit bed komen.

 

Dit kan een probleem zijn voor sommige mensen met ASS, hierin kan een hond geleerd worden de geleider extra te motiveren om wél uit bed te stappen bijvoorbeeld door het dekbed er af te trekken. Zo zijn er nog een scala aan mogelijkheden wat een hond aangeleerd kan worden.

7. Eetstoornis

 

Wanneer er sprake is van een serieuze eetstoornis zal dit ten allen tijde opgepakt moeten worden door een daarin gespecialiseerd psychologisch instelling of organisatie.
Een hond kan wel ondersteunend werken. Zo moet de hond wel eten, en de geleider heeft de verantwoordelijkheid voor de hond. Als je niet goed zorgt voor je zelf, kun je ook niet goed zorgen voor je hond. De geleider heeft hiermee niet alleen de verantwoordelijkheid voor hemzelf, de verantwoordelijkheid voor de hond geeft een vele malen hogere motivatie om het probleem aan te pakken.
Een hond kan getraind worden om de geleider op gezette tijden te waarschuwen, de tijden waarop de geleider moét eten. Dit wordt een samenspel van de geleider en de hond.
Bij eetbuistoornissen kan een hond ook leren te waarschuwen, de hond kan dan verwijzen en hiermee het patroon doorbreken.

 

8. spullen vergeten of kwijt.

 

Door “druk” in het hoofd te zijn gebeurd het nogal eens dat mensen met ASS sleutels “vergeten”. Het is dan heel vervelend wanneer je de deur dichttrekt dan de sleutel nog in de deur steekt, of in huis ligt. Natuurlijk zijn er ook andere trucjes voor te bedenken. Een hond kan dit ook heel goed aangeleerd worden, sleutels, een telefoon, een portemonnee te zoeken, te brengen of te verwijzen.
Het kan heel veel stress schelen wanneer een hond dit kan.

 

 

Hierboven zijn een aantal mogelijkheden opgenoemd, er zullen ongetwijfeld nog meer inzet mogelijkheden zijn. Uiteraard staan we hier voor open en is veel bespreekbaar.
In een individueel gesprek wordt bepaald wat de hond exact moet gaan leren, iedere teamtraining is een traject op maat.

Een Autisme Assistentiehond helpt!

 

Mensen met Autisme met allerlei taken in het leven.
Taken in het leven die voor mensen zónder autisme heel “gewoon” zijn, maar een groot obstakel kunnen zijn voor mensen mét autisme.
Een autisme assistentiehond kan iemand met autisme (weer) laten functioneren in de maatschappij, of dat nu in het gezin is, bij familie, naar school gaan, of naar het werk, de hond functioneert als een soort mediator, een afleider voor beide kanten, zowel voor de mens mét autisme als zijn omgeving/context. De hond is het centrale punt, de kern, de brenger van rust. 

Teamtraining

 

Team training:

Team training betekent dat zowel de hond als de cliënt getraind worden.
Het team groeit gezamenlijk op, leert met en van elkaar.
Het grootste voordeel van teamtraining is dat er kennis en vaardigheden bij de cliënt worden gelegd.
De cliënt leert hoeveel tijd, energie, inzet er nodig is om een hond iets te leren.
Dat het geen kunstjes zijn. Dat het ontzettend hard werken is en gepaard gaat met bloed, zweet en tranen…..
De waardering en het respect naar en voor de hond wordt dan ook veel groter.
Nog een belangrijk aspect!
Een hond spiegelt, een hond spiegelt het gedrag van de eigenaar, en dat is vaak heel confronterend.
Het trainen van de hond draagt dan ook bij aan een psychisch emotionele ontwikkeling van de cliënt. Dit stuk heeft ook zijn uitwerking op het gehele welzijn gevoel van mens en dier.
Voor een instructeur betekent dit dat hij/zij zowel mens als hond traint.
De cliënt traint de hond.
De instructeur traint de cliënt.

Doet de cliënt het goed, dan doet de hond het goed.

Doet de instructeur het goed, dan doet de cliënt het goed, dan doet de hond het goed.
Het is een samenspel, je bent elkaar nodig!
We gaan er van uit dat de hond ten allen tijde het goed wil doen.

 

Team training in groepsverband:

Er is heel bewust gekozen voor team training in groepsverband op de trainingslocatie van de Hunneheide.
1. Met meerdere teams kun je kijken naar elkaar, je leert ook van kijken hoe een ander het doet.

  1. Groepsproces, je bent niet alleen, er zijn meerdere cliënten die hetzelfde probleem hebben als jouw. Er ontstaat kennis uitwisseling, er ontstaan vriendschappen.
  2. De spanningsboog van de hond: Een hond heeft maar een bepaalde spanningsboog. Die kan hooguit 10-15 minuten trainen achter elkaar. Helemaal met nieuwe dingen of met geur werken. Wanneer je traint in groepsverband train je om de beurt, hierdoor krijgen de honden de kans om tussendoor uit te rusten en zijn ze weer gemotiveerd wanneer zij weer aan de beurt zijn. De kans om “overnomen” te worden is veel kleiner.
  3. Je trekt je aan elkaar op. Er zit altijd wel 1 fanatieke cliënt in de groep die het niveau omhoog trekt en de anderen uitdaagt om ook tot betere prestaties komen. Het motiveert om beter je best te doen. Het steunt wanneer er bij de ander ook het soms niet lukt.
  4. De tijd wordt vele malen efficiënter gebruikt. In dezelfde tijdspanne kun je veel meer oefeningen doen. Zonder de hond te overnemen.
  5. Je bent er letterlijk en figuurlijk even uit de sleur van iedere dag, geen dagelijkse beslommeringen, alles even loslaten en alleen maar met je hond bezig zijn. Dat werkt verfrissend en motiverend.

 

Het opleidingstraject

 

Een traject bij Stichting HERO ziet er als volgt uit:

 

Intake
Het eerste contact gaat via mail en/of telefoon, aan de hand van die eerste informatie wordt er een intake gepland op de locatie van Stichting HERO aan de Zeijerweg 32 in Ter Aard.
Tijdens de intake wordt er kennis gemaakt over en weer, kan iemand de sfeer proeven en ervaren hoe de mensen zijn. Tevens wordt er kennis gemaakt met een hond of meerdere honden, dit hangt ook van het verloop van het gesprek af. Als er pups zijn, dan wordt er een selectie gemaakt van beschikbare pups die een eventuele match zouden kunnen zijn.
Een intake duurt gemiddeld 2 uur, dit is geheel vrijblijvend.
Een hond en een hondenschool kies je niet zomaar, dat moet van alle kanten goed voelen.
En het advies hierbij is: “bij twijfel niet inhalen”

Ieder traject is een traject op maat.

 

Een “zachte overgang”

De traditionele (en oudere) hondenscholen die met name adl-hulphonden (voor een motorische beperking) of blindengeleidehonden opleiden hadden allen een eigen fokprogramma.
Er was en is een strenge selectie van ouderdieren. De nesten die gefokt worden is doelbewust voor met name het opleiden van hulphonden c.q. blindengeleidehonden.
Een cliënt krijgt dan een “kant en klare” hond. De hondenschool begeleid het gehele proces van de pup tot aan een goed werkende hulphond c.q. blindengeleidehond.


De laatste 8-10 jaar zijn er zeer veel nieuwe stijl hondenscholen bijgekomen die een totaal andere werkwijze hebben. Deze hondenscholen hebben geen eigen fokprogramma.
De cliënt moet, al dan niet met hulp van de hondenschool, zelf ergens een pup vandaan halen.
Op zich is dat al een hele toer, want hoe weet je of de fokker betrouwbaar is? Hoe weet je dat de pup gezond is? En wat voor ras moet je dan kiezen? En welke pup uit een nest is dan geschikt?
Daarbij nog niet eens meegenomen dat heel veel fokkers niet aan cliënten een pup willen verkopen.
Eigenlijk nemen de nieuwe lichting hondenscholen hierin niet hun verantwoordelijkheid. Die wordt op de schouders van de cliënt gelegd.
Stel dat de cliënt uiteindelijk toch een geschikte pup vindt, dan moet die pup met 8 weken oud mee naar de woonsituatie van de cliënt.
Ook hier wordt de zorg en de verantwoordelijkheid voor een pup op de toch al kwetsbare schouders van de cliënt gelegd. In de praktijk gaat dit helaas heel vaak fout. Met een ongelooflijke nare kater voor met name de cliënt en de hond.
De desbetreffende hondenschool neemt alleen de verantwoordelijkheid voor het lesgeven, en dat klopt niet, de verhoudingen in verantwoordelijkheden liggen compleet scheef.
Dan wordt het een uurtje factuurtje concept, in plaats van de verantwoordelijkheid voor het leveren van een goede assistentiehond.

 

De werkwijze van Stichting HERO:
Stichting HERO heeft zijn eigen fokprogramma, met ruime ervaring van 25 jaar zeer gericht fokken, met een uiterst strenge selectie procedure. Wat geresulteerd heeft in zeer gezonde, goede stabiele honden, die speciaal gefokt zijn om opgeleid te worden tot assistentiehond.
De cliënt hoeft dus niet te zoeken, Stichting HERO neemt hierin zijn verantwoordelijkheid en geeft garantie op de gezondheid van de pup.
Na een intake, of soms tijdens de intake wordt er gekeken of er een match is met een pup/jonge hond. Indien dit het geval is en er is een “goede match is’ kan er gestart worden met een traject voor het opleiden van een assistentiehond.
Stel er is een match met een pup van 8 weken oud. U gaat dan een trainingstraject in tot de pup 4 maanden oud is, dat is een puppy trainingstraject. De pup gaat NIET met u mee naar huis. De pup blijft op de trainingslocatie van Stichting HERO. Daarmee neemt Stichting HERO de verantwoordelijkheid voor het opvoeden, en trainen van de pup.
Nadat de pup 4 maanden oud is wordt er gestart met het opleidingstraject van een assistentiehond.
U komt dan één keer in de twee weken trainen. De pup verblijft dan nog steeds op het trainingscentrum van Stichting HERO.
Na de tweede juveniele (puber) periode wordt de pup/jonge hond bij u thuis geplaatst.
De hond is dan ongeveer 8 maanden oud.
Inmiddels heeft u al een band opgebouwd, u kent de hond, u kent trainingsvaardigheden.
De hond kent u, de hond heeft met u een band opgebouwd. De hond heeft meer “body” gekregen, is gegroeid zowel lichamelijk als geestelijk en kan situaties beter handelen. Er is een vertrouwensband opgebouwd. Dat is de basis die nodig is om stabiliteit in de hond en in situaties te kunnen waarborgen. Pas dan kan een hond geplaatst worden.
Een hond plaatsen: De hond wordt gebracht, een ervaren en vertrouwde trainer voor de pup/jonge hond komt de pup/jonge hond brengen. Om gezamenlijk de nieuwe situatie en leefomgeving te verkennen, en eventueel een eerste training te starten.
Dit wordt een zachte overgang genoemd: de pup/jonge hond kent de nieuwe geleider al langer en heeft vertrouwen in de nieuwe geleider. De overgang is dan al veel minder groot.
Stichting HERO neemt haar verantwoordelijkheid, de verantwoordelijkheid om een goede gezonde en geschikte pup te leveren, grotendeels de basis te leggen en de cliënt de vaardigheden van het trainen bij te brengen, opdat de kans van slagen van een traject zo optimaal en groot mogelijk zijn.
Een cliënt kan altijd terugvallen op de expertise van Stichting HERO 
We gaan voor succes, voor het welslagen van een traject

 

Medische keuring:

Wanneer de hond de leeftijd heeft van 1 jaar oud, dan volgt de medische keuring.
De medische keuring is de elle bogen (ED) en de heupen HD).
De Hunneheide laat de ED en HD foto’s nemen door Remco van ’t Hof van het dierenziekenhuis Assen.
De foto’s worden dan doorgestuurd van Bernadette van Rijssen van de faculteit van Gent (België). Mevrouw van Rijssen stuurt dan weer de uitslag met de bijbehorende certificaten naar Stichting HERO.

 

Data cursus Assistentiehond

Zodra er een match is wordt er gestart met een puppytraining. Dat is 1 x per week op een vast tijdstip. De puppytraining is tot de leeftijd van 4 maanden oud.

Indien de pup/jonge hond al de leeftijd van 4 maanden heeft dan wordt er direct gestart met de opleiding die in het begin 1x in de twee weken is.
Data gaan in overleg.
De training is samen met 1-4 teams, dat is alleen maar fijn, je leert ook van elkaar en het is ook fijn om te zien dat het bij een ander ook wel eens niet lukt, het haalt de druk van een training af.
In basis zijn er 26 lessen van 2 uur per keer, verdeeld over 1,5 jaar.

U kunt op ieder willekeurig moment starten, in overleg met de mogelijkheden van de Hondenschool.
Er zijn GEEN lange wachttijden.

De kosten

 

Een traject voor het opleiden van een assistentiehond duurt tussen de 1-1,5 jaar.
Stichting HERO levert een geschikte hond die zo goed mogelijk match met de cliënt.
Uiteraard gaat dit in goed overleg en wordt hier ruim voldoende tijd voor uit getrokken.

Het traject is inclusief hond, en de benodigde materialen zoals een bench, halsband, lijn en een eerste zak voer van 18 kilo bij plaatsing.
De hond krijgt een hulphonden dekje van Stichting HERO en de geleider een pasje.
Hierdoor kan de hond gelijk mee, ook als deze nog in training is.

De hond wordt bij u thuis geplaatst, dat is voor de hond prettig en er kan bekeken worden of alles in orde is voor de hond en u.

 

De kosten van het gehele traject, de hond, de training, de begeleiding en de benodigdheden voor de hond bedragen € 25.000,00

Betalingen:

  1. De kosten voor de pup en de kosten tot de leeftijd van 4 maanden oud (inclusief dierenartskosten, voer, training, puppytraining, etc.) is in totaal € 5.000,00
  2. De tweede aanbetaling van de opleiding is € 10.000,00
    Deze aanbetaling moet worden voldaan na de leeftijd van 4 maanden oud.
  3. De laatste betaling van de kosten van de opleiding is 6 maanden na de tweede aanbetaling van de opleiding.

 

Indien u een traject aangaat blijft de betalingsverplichting van het gehele bedrag van € 25.000,-

 

Mocht er om wat voor reden dan ook het traject afgebroken worden dan volgt er geen restitutie.

 

Overeenkomst: Voordat het traject begint wordt er een overeenkomst getekend, de overeenkomst behartigd de belangen van u, de belangen van de hond, en de belangen van de hondenschool.

AUTISME ASSISTENTIEHOND Pdf
PDF – 521,5 KB 17 downloads